Farmacogenetica en hoge bloeddruk
5 april 2019 5 april 2019Het meten van de bloeddruk komt heel vaak voor bij een bezoek aan de huisarts. Hoge bloeddruk is immers een van de meest voorkomende gezondheidsproblemen met een hoog sterftecijfer.
Uit onderzoek blijkt dat medicijnen tegen hoge bloeddruk maar bij 50% van de gebruikers goed werken.
Hoe komt dit? Er bestaan verschillende oorzaken voor te hoge bloeddruk en de therapie is vaak nog steeds gebaseerd op “trial and error”. Genetische informatie kan gebruikt worden om de werking van medicijnen te voorspellen zodat de gebruiker weet of het geneesmiddel (goed) werkt.
In Amerika verzamelt het CPIC (Clinical Pharmacogenomics Implementation Consortium) zoveel mogelijke farmacogenetische informatie om op basis daarvan richtlijnen op te stellen. Op dit moment heeft de CPIC voor 35 medicijnen aanbevelingen opgesteld. Echter nog niet voor bloeddrukverlagende medicijnen.
Het CPIC werkt samen met de Nederlandse Farmacogenetica Werkgroep, die bij voorschrijven van Metoprolol een farmacogenetische test sterk aanbeveelt. In het artikel worden ook genetische variaties in andere genen beschreven, die effect zouden hebben op behandeling met andere bloeddrukverlagende middelen. Conclusie van dit onderzoek: farmacogenetisch testen leidt tot de voor de patiënt meest efficiënte behandeling. Met uiteindelijk gevolg: minder hart en nierfalen.